Een belg, en een Duitser en een Nederlander beweren allemaal dat ze Jezus zijn. dus ze maken er een wedstrijdje van, nou zegt de belg ik ben Jezus want ik kan vliegen, dus ze zoeken een hoge wolkenkrabber op en hij gaat op het randje staan en springt er af, en valt dood neer. de Duitser en de Nederlander lachen, nou zegt de Duitser ich bin Jezus, want ich laufe over das wasser, dus ze zoeken een meer op en de Duitser stapt op het water en zinkt als een baksteen. als hij weer bovenkomt zegt de Nederlander ik wist wel dat je Jezus niet was want dat ben ik kom maar mee, ze stappen in de auto en gaan naar Amsterdam naar de wallen naar de hoeren. waarop de Nederlander de 1e kamer rechts gaat klopt op de deur en gaat binnen, en zegt de hoer: ‘Jezus ben je hier nou alweer’!