Op het hoogtepunt van een rechtszaak betreffende politieke corruptie, viel de aanklager de getuige aan. “Is het niet waar,” bulderde hij, “dat u vijfduizend euro had geaccepteerd om deze rechtszaak onderuit te halen?” De getuige kijk uit het raam, alsof hij de vraag niet had gehoord. “Is het niet waar dat u vijfduizend euro had geaccepteerd om deze rechtszaak onderuit te halen?!” herhaalde de advocaat. De getuige reageerde nog steeds niet. Uiteindelijk boog de rechter zich voorover naar de getuige en zei: “Meneer, zou u alstublieft de vraag willen beantwoorden”. “Oh,” zei de getuige verbaasd, “ik dacht dat hij het tegen u had”.