Een vrachtwagenchauffeur moet een vracht van 1000 kippen ophalen. Bij de boerderij aangekomen, zijn er maar 999 kippen aanwezig. Om geen gezeur te krijgen doet de boer er een papegaai bij, om toch aan 1000 te komen. De chauffeur gaat weer verder met zijn vracht en ziet onderweg een niet onaantrekkelijke vrouw, die staat te liften. Hij stopt en zij gaat mee. De chauffeur kijkt zo naar het meisje en het begint bij hem wat te kriebelen en zegt tegen haar, dat voor niets de zon opgaat en of er misschien wat te wippen viel. Het meisje weigert en de chauffer gooit haar uit de wagen. De chauffeur vervolgt z’n weg en enige tijd later ziet hij in zijn spiegel een agent met zwaailicht achter hem aan komen. Hij denkt dat het meisje de politie heeft gewaarschuwd en ja hoor, hij moet stoppen. “Meneer”, zegt de agent, “heeft u niet door dat u uw lading aan het verliezen bent, er liggen allemaal kippen op de weg.” De chauffeur stapt uit loopt naar de achterkant van de vrachtwagen, doet de deur open, en dan horen ze nog net die papegaai zeggen: “Valt er nog wat te wippen? Nee, dan eruit.”